Nieuwe baasjes stellen zich vaak een vrolijk rennende en gezellig spelende hond voor wanneer ze besloten hebben een hond of pup in huis te halen. Maar wat als dat beeld een illusie is: de hond blijkt een vreselijke hekel te hebben aan andere honden en het dagelijkse uitjes is iedere keer weer een regelrechte ramp.
Een opvallend kenmerk van honden die een hekel hebben aan andere honden, is dat zij vaak bijzonder aanhankelijk zijn naar mensen toe. Binnenshuis is de hond heel aangenaam gezelschap en dat is dan ook meteen de reden dat hun baasje zo gefrustreerd raakt van het machogedrag buitenshuis. Vaak bouwt de hond in korte tijd een slechte naam op en krijgt hij in de buurt de reputatie van vechtersbaas. Ook baasjes van deze honden krijgen vaak van alles naar hun hoofd geslingerd en niet zelden worden (kleine) hondjes opgetild wanneer de vechtersbaas er aan komt. Bovendien is het voor de baas vaak ook een gênante verschijning om met een blaffende en grommende hond die je bijna omvertrekt over straat te lopen.
Veel honden die slecht met andere honden overweg kunnen, hebben te weinig ervaring met andere honden in hun jeugd gehad. Wanneer de pup met een week of 8 in huis komt en verder de eerste maanden weinig tot geen contact heeft met andere pups en honden, groeit op als potentiele vechtersbaas. Groter geworden vindt de hond andere honden maar vreemde wezens en raakt hij zo opgewonden bij hun aanblik dat het een klein stapje verder is om agressief te worden. Slaagt hij er dan ook nog in om zo’n vechtende hondenvechtpartijtje te winnen, dan groeit zijn zelfvertrouwen en zal hij de volgende keer niet afwachten maar juist direct aanvallen. De hond begint echt aanvalsgedrag te ontwikkelen en zal niet eerst meer ruiken aan zijn soortgenoot, maar direct zonder aanziens des diers aanvallen.
Als baasje van zo’n vechtersbaas ga je op een gegeven moment de confrontaties uit de weg. Je houdt je hond netjes aangelijnd en laat hem uit op tijdstippen waarbij je zo min mogelijk andere honden tegenkomt. Maar ontspannen lopen met je hond is er niet bij, want ondanks alle voorzorgsmaatregelen loopt men altijd het risico een loslopende hond tegen te komen die uit is op sociaal contact met jouw hond met alle gevolgen van dien. Het korter maken en het strak trekken van de lijn, waarschuwende taal, korte rukjes aan de lijn en dergelijke gewoontes liggen voor de hand maar verergeren de problematiek alleen maar en zijn voor de hond het signaal dat de aanval ingezet kan worden.
Als baas dien je je te realiseren dat verandering van dit gedrag veel oefening vraagt. Er moet daadwerkelijk moeite voor gedaan worden en het gedrag zal niet vanzelf overgaan. Ook zal de baas eens kritisch naar zichzelf moeten kijken om te zien hoe zijn gedrag bijdraagt aan de vechtersmentaliteit van de hond.
Om te beginnen is het raadzaam om jouw hond te laten wennen aan een hoofdband ofwel een Gentleleader ofwel een Halti. Deze hoofdbanden kan je bij de dierenzaak voor een paar euro aanschaffen. Let er wel op dat je de goede maat neemt omdat een slechte pasvorm ontsnapping tot gevolg kan hebben. Gebruik tijdens de training een speeltje, voertje of iets anders waar de hond zijn aandacht op kan richten.
Vervolgens ga je het ontmoeten van andere honden in scene zetten, je creëert een oefensituatie waarin jij als baas in controle bent. De hond moet leren dat gewenst gedrag hem meer oplevert dan uitvallend gedrag. Vraag iemand om heel veraf te gaan staan met een hond, zodat jouw hond onder het niveau van opwinding blijft. Wanneer de hond niet reageert op de andere hond, beloont men dit gewenste gedrag met aandacht, knuffels, speeltje of wat lekkers. Kies de beloning waar jouw hond het meest gevoelig voor is. Je kan de andere hond steeds een stukje dichterbij laten komen en iedere keer beloon je het gewenste gedrag van je eigen hond. Het is zaak een ontmoedigingsbeleid toe te passen waarbij de hond uiteindelijk gaat kiezen voor gewenst gedrag.
Kortom; wanneer jouw hond een hekel heeft aan andere honden, dan dient de hond te ervaren dat een niet-agressieve benadering meer oplevert dan een agressieve. Om het gedrag te doorbreken is het aan te bevelen ander, niet verenigbaar gedrag tegelijk aan te leren. Hulp van een professionele gedragstherapeut is meestal noodzakelijk.